City Living wil in Amsterdam een studentenhotel accommodatie maken van 700 studentenkamers. Daarvoor heeft men 2 gebouwen die op een kavel langs de Jan van Galenstraat liggen aangekocht. Het terrein wordt verder begrensd door de bovengrondse metro. Naast het verbouwen van deze 2 bestaande gebouwen tot studentenhotel komt er een nieuwbouw langs het metrospoor. Deze nieuwbouw dient het campusterrein van het geluid van de metro af te schermen. Dit gebouw moet net als de 2 bestaande gebouwen een eigen imago, identiteit hebben. Alle drie de gebouwen zijn door hun verschijningsvorm zelfstandige objecten. Objecten die door het inspelen van de verschillende bouwhoogtes van de nieuwbouw en door het plaatselijk verlagen van het maaiveld bij de bestaande gebouwen echter ook een sterke onderlinge ruimtelijke relatie krijgen.
Bij de twee bestaande gebouwen worden door plaatselijke verlaging van het maaiveld de souterrains omgevormd tot de nieuwe begane grond verdiepingen. De stedelijke buitenruimte wordt gedefinieerd door de nieuwe maaiveld situatie. Er ontstaat een plek waar alle 3 de gebouwen ontsloten worden en een toegang voor een aantal parkeerplekken en logistieke voorzieningen. De nieuwbouw speelt met zijn verschillende bouwhoogtes in op de 2 bestaande gebouwen en schermt het terrein af van de metrolijn. Door de verdichting via de nieuwbouw ontstaat een stedelijk klimaat op de campus en zijn een aantal sociale voorzieningen zoals een café, een sportschool en een leeszaal mogelijk.